Posts tonen met het label Keuzestress. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Keuzestress. Alle posts tonen

dinsdag 13 juli 2021

Keuzestress

Onlangs keek ik naar de serie ‘Normal people’. Ik was getuige van een aangrijpende scène tussen een psychologe en de hoofdpersoon Connell. Connell was in een diepe depressie beland nadat zijn jeugdvriend zelfmoord had gepleegd. Hij voelde zich schuldig omdat hij het contact met zijn vriend de laatste tijd verwaarloosd had. ‘Jij bent niet verantwoordelijk voor zijn keuzes’, zei de psychologe. Die zin trof me. Want misschien is dat wel precies wat ik bij mijn moeder wel voelde. Dat ik verantwoordelijk was voor haar keuzes. Ze was immers ziek, door haar Alzheimer kon ze vaak zelf de consequenties van haar keuzes niet meer overzien. Ik heb steeds het gevoel gehad dat ik voor mijn moeder de keuzes moest maken die ze zelf niet meer kon maken. Maar ik wilde me daarbij wel steeds zo goed mogelijk in haar verplaatsen, zodat die keuzes aansluiten bij hoe zij het zelf gewild zou hebben toen ze nog geen Alzheimer had. Bovendien wilde ik haar die keuzes niet opleggen. Ik wilde haar grote behoefte aan zelfbeschikking niet ondermijnen, dus ik was voortdurend bezig haar goedkeuring en instemming te krijgen voor de keuzes die gemaakt moesten worden. En ik wilde haar het gevoel geven dat het haar eigen keuze was. Of het nou om een bezoek aan de kapper, opticien of pedicure ging, of verstrekkender: de keuze om in een zorginstelling te gaan wonen. Die keuze heeft ze in eerste instantie trouwens gelukkig zelf gemaakt, al heeft ze dat later in alle toonaarden ontkend. Waarschijnlijk heeft ze een keer  een ‘black out’ meegemaakt in haar eigen huis. Dat vond ze zo’n beangstigende ervaring dat ze in een mail in glasheldere bewoordingen aan ons heeft laten weten dat we een andere woonvorm voor haar moeten zoeken bij mij de buurt. Dat verzoek kwam behoorlijk uit de lucht vallen, want tot die tijd was ze stellig in haar wens dat ze niet uit haar huis wilde en dat dat ook nergens voor nodig was. De familie en de thuiszorg zagen inmiddels allang dat het zelfstandig wonen steeds problematischer werd. Natuurlijk hebben we haar verzoek met beide handen aangegrepen en ik ben gaan zoeken naar een geschikte plek voor haar in de buurt van Eindhoven. Dat had nog heel wat voeten in aarde, maar daarover later meer. Eenmaal in Meidoorn kon ze zich natuurlijk helemaal niet meer herinneren dat dit haar eigen keuze was, en ze heeft mij regelmatig voor de voeten geworpen dat wij haar onder dwang ernaar toe hebben gebracht. ‘We gingen alleen maar kijken, en opeens woonde ik er.’ Uitleggen hoe het wel gegaan is, had al snel geen zin meer. Toch heeft ze nooit gezegd dat ze terug naar huis wilde. Tot een paar maanden voor haar overlijden - toen ze geen besef van tijd en plaats meer had, en ze met ‘ik wil naar huis’ vooral bedoelde: terug naar haar man, of zelfs terug naar het huis van haar jeugd, terug naar haar ouders - heeft ze ook altijd erkend dat het alleen wonen in haar eigen huis ook geen optie was, wat overigens niet wilde zeggen dat ze tevreden was met haar huidige woonomgeving. Maar terug naar de keuzes: wat het denk ik voor mij zo lastig maakte was die spagaat waarin ik zat: ik moest de keuzes voor haar maken, ik moest voor haar beslissen, maar ik wilde haar in haar waarde laten. Ik moest me daarom soms in allerlei bochten wringen om de keuzes in haar ogen te rechtvaardigen, en daarmee nam ik het soms niet zo nauw met de waarheid. Daar voelde ik me dan weer schuldig over. Voorbeeld: op een avond kwam ik naar Meidoorn op verzoek van de zorg. Ze zat al uren op haar rollator voor de voordeur, te wachten tot ze opgehaald zou worden door haar man. Ik slaag erin haar mee te nemen naar haar kamer en haar in bed te krijgen, nadat ik heb moeten beloven dat ze de volgende dag door haar man opgehaald zou worden. ‘Moet je hem niet even bellen dan?’, vroeg ze. Pas nadat ze zag dat ik belde (naar mijn man!), was ze gerustgesteld.


Ik ben al die jaren steeds bij mezelf te rade gegaan waarom ik me het lot van mijn moeder zo aantrok. Waarom ik er acht jaar dag en nacht mee bezig was. Me zorgen maakte, me boos maakte, me machteloos voelde, me verdrietig voelde. Een aantal keren heb ik op het punt gestaan om professionele hulp in te roepen, maar ik kreeg voor mezelf niet duidelijk wat voor soort hulp dat moest zijn. Misschien had mijn (te) grote betrokkenheid er wel mee te maken dat ik me voortdurend verantwoordelijk voelde om voor haar keuzes te maken die niet alleen voor haar het beste waren maar die ook haar keuzes geweest zouden zijn.


12 september

Schrijf het van je af...

Schrijf het van je af, zei mijn moeder altijd. Nu zal ze dat niet meer zeggen. Ze heeft sowieso geen wijze raad meer voor me. Ik ben nu dege...